Een aantal malen per jaar wordt er op
een zondag extra aandacht aan de zending gegeven. Gedurende deze
samenkomsten wordt extra aandacht aan de zending en de zendingswerkers
gegeven in zowel het gebed als in de verkondiging van het Woord.
Het gaat daarbij echter niet alleen om de externe zending want het zendingsveld is overal.
Op zondagmorgen hebben we in De Ark een zendingsdienst die in de drie hervormde wijkkerken van H.I. Ambacht parallel wordt gehouden. We hebben twee psalmen en een gezang uitgekozen die in alle drie de kerken worden gezongen, en we lezen ook allemaal uit Handelingen 9:10-19 over die christen in Antiochië die geroepen werd om Saulus/Paulus tot zijn nieuwe bestaan als getuige van Jezus te roepen, zodat Paulus op zijn beurt velen tot het geloof in Jezus kan roepen.
We zullen in de drie kerken ook een kanselboodschap uit Hong Kong voorlezen, van Bas en Henny Plaisier – en de eerste collecte zal voor hun werk in China bestemd zijn. Zie ook hun weblog op de website van Kerkinactie.
We zullen in de drie kerken ook een kanselboodschap uit Hong Kong voorlezen, van Bas en Henny Plaisier – en de eerste collecte zal voor hun werk in China bestemd zijn. Zie ook hun weblog op de website van Kerkinactie.
Handelingen 9:10-19
10 In Damascus woonde een leerling die Ananias
heette. In een visioen zei de Heer tegen hem: ‘Ananias!’ Hij
antwoordde: ‘Ik luister, Heer.’
11 Daarop zei de Heer: ‘Ga naar de Rechte
Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die
Saulus heet. Hij is aan het bidden,
12 en hij heeft in een visioen gezien hoe een man die Ananias heet, binnenkomt en hem de handen oplegt om hem weer te laten zien.’
13 Ananias antwoordde: ‘Heer, van veel kanten
heb ik gehoord over deze man en over al het kwaad dat hij uw heiligen in
Jeruzalem heeft aangedaan.
14 Bovendien heeft hij toestemming van de hogepriesters om hier iedereen die uw naam aanroept in de boeien te slaan.’
15 Maar de Heer zei: ‘Ga, want hij is het
instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle
volken en heersers en onder al de Israëlieten.
16 Ik zal hem tonen hoezeer hij moet lijden omwille van mijn naam.’
17 Ananias vertrok en ging naar het huis, waar
hij Saulus de handen oplegde, terwijl hij zei: ‘Saul, broeder, ik ben
gezonden door de Heer, door Jezus, die aan u verschenen is op de weg
hierheen, om ervoor te zorgen dat u weer kunt zien en vervuld wordt van
de heilige Geest.’
18 Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen,
19 en nadat hij gegeten had, kwam hij weer op krachten.
Hij bleef enkele dagen bij de leerlingen in Damascus
|
Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten