Omdat afgelopen zaterdag het Kerst Doelenconcert zo mooi was, besloot ik nog een keer te gaan. Deze keer samen met Egbert Jan, m'n muziekmaatje van de muziekgroep in De Ark. Ook Trudy, die we eveneens kennen uit De Ark, had op het laatste moment kaarten gekocht en reed met ons mee.
Het was wederom een prachtig concert, maar na afloop, op weg naar huis nam de avond een bizarre wending...
We reden, al napratend over de mooie avond, over de A15 richting huis en besloten eerst Trudy thuis te brengen, omdat bij haar om 5.15 uur de wekker weer zou gaan. Het was nl. al tegen half 12. Toen we haar afgezet hadden, besloot Egbert Jan vanuit Hendrik Ido Ambacht de A16 op te gaan, i.p.v. heel Ambacht weer door te rijden.
Op de afslag van de A16 naar de A15, eigenlijk op de toerit van de A16 naar de A15 richting Alblasserdam-Gorinchem-Nijmegen, kregen we de schrik van ons leven! Plotsklaps stond er door de bocht een bedrijfsbusje overdwars op de weg, met de voorkant in de vangrail geprakt. We konden net op tijd stoppen!
We overlegden wat te doen. Want dit zag er heftig uit! Het leek ook doodstil te zijn. Voor hetzelfde geld lag de bestuurder gewond en bewusteloos in die bus. Want we zagen aan de de buitenkant dat het echt een enorme klap moest zijn geweest. Die hele bus was simpelweg ontwricht: De bumper lag in stukken op de weg, de achterdeuren stonden open, helemaal verwrongen en aan beide kanten van de rijbaan stond de vangrail helemaal scheef.
Ik stapte uit en liep naar de bus, niet wetend wat me daar te wachten stond, een griezelig moment. Maar ja, je doet het toch, je kunt iemand niet zo aan z'n lot overlaten.
Terwijl ik naar de bus liep, hoorde ik dat continue geprobeerd werd om te starten. Bij de bus aangekomen, zag ik de bestuurder achter het stuur zitten en klopte op het raampje. Hij keek verschrikt op en ik opende de deur. "Is alles goed met u?"vroeg ik. "Ja hoor, met mij is alles prima", antwoorde hij op lakonieke, bijna jolige toon. En terwijl sloeg er een enorme alcoholwalm uit die bus. "Oh-oh", dacht ik, "dit is foute boel". Ik vroeg hem of hij hulp nodig had, maar hij gaf, wederom op laconieke toon, te kennen dat dat niet nodig was. En terwijl bleef hij onophoudelijk proberen die bus te starten, hetgeen op mij overkwam als vluchtgedrag.
Ik liep terug naar onze auto en we besloten uit de gevarenzone, verderop op de vluchtstrook te gaan staan. Ik heb toen 112 gebeld, want er was een levensgevaarlijke situatie ontstaan, met die bus zo half op de rijbaan. Dat was omstreeks 23.50 uur. Ik heb melding gedaan van hetgeen wij aangetroffen hadden en ter hoogte van welke hectometerpaal wij ons bevonden. Daarop werd de politie en rijkswaterstaat ingeschakeld. Ons werd verzocht ter plaatse te blijven.omdat wij de getuigen waren.
Tijdens het wachten ontstond een aantal gevaarlijke situaties, ook met een vrachtwagen die net op tijd stopte, omdat die, net zoals wij, verrast werd door die bus die net door de bocht heen half op de rijbaan stond.
Gelukkig arriveerde na 10 minuten de politie en rijkswaterstaat met een bergingsauto. De agent vroeg waar de bestuurder was en ik meldde hem dat die zich, niet gewond, in de bus bevond. Hij sommeerde ons te blijven waar we waren en ging naar de bus. Ik hoorde hem praten met de bestuurder. Op een gegeven moment nam dat gesprek een vijandige wending, het leek erop dat de bestuurder agressief werd. En even later kwam de agent, met de bestuurder teruggelopen van de bus.
De agent nam contact op met de meldkamer met de mededeling "We hebben hier een artikel 8", dat is politiepraat voor rijden onder invloed.
Van de berger van rijkswaterstaat begrepen we dat de bestuurder was aangehouden voor rijden onder invloed en mee moest naar het bureau voor verhoor en een bloedproef. Dat moest zo snel mogelijk gebeuren, dus de agenten vroegen onze mobiele nummers en vroegen ter plaatste te blijven, zodat een inmiddels ingeschakelde collega onze verklaring op kon komen nemen.
Na een minuut of tien was deze collega er en inspecteerde het imiddels op de takelwagen gehesen busje. Daarna verzocht hij ons achter hem aan te rijden naar het bezinestation vlak voor de tunnel, zodat hij daar onze verklaring op kon nemen.
Daar aangekomen nam hij, de officier van dienst, onze verklaring op. Na het noteren van onze persoonlijke gegevens, nam hij ons een verklaring af. Wij hebben daarop het hier bovenstaande verklaard. De officier van dienst gaf aan genoeg te weten. Ik kreeg sterk de indruk dat het hele verhaal wat hem betreft klip en klaar was. Hij bedankte ons en wenste ons een goede reis naar huis.
Terwijl we naar Alblasserdam reden, belde de politie nog op Egbert Jan's mobiel om te vragen of we het ongeluk hadden zien gebeuren. Maar die vraag moest ik met nee beantwoorden: we hadden de bus zoals eerder hierboven beschreven aangetroffen.
Pfff...wat een verhaal en wat een bizar slot van een prachtige muzikale avond. Rond 1 uur stapte ik in huis. Kirstie zat op me te wachten. Ik had haar gedurende het hele verhaal regelmatig gebeld en gezegd dat er met ons niets aan de hand was, omdat het al gebeurd was toen we daar aankwamen. We dronken en praatten nog wat na en uiteindelijk lagen we rond 2 uur in bed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten