vrijdag 30 november 2012

De kerstboom staat weer (eens)

Sinds vandaag staat de kerstboom weer in huis, na 2 jaar afwezigheid. We hadden er dit jaar wel weer zin in om hem neer te zetten. Zo in de decembermaand de kerstboom in huis is toch wel gezellig.
Jaren geleden kregen we deze boom van m'n schoonouders. Ze konden hem zelf niet meer kwijt in de huiskamer. Het is echt een schitterende boom, maar wel groot. En dat was dus ook een beetje de reden dat we hem niet meer neerzetten.
Maar, dit jaar heb ik hem verkleind. De stam bestaat uit twee delen plus de top. Ik heb gewoon 1 deel weggelaten, zodat we nu een mooie maat boom hebben staan. Dat we dat nooit eerder bedacht hebben!
We zijn wel een beetje te vroeg dit jaar. Maar dat heeft zo z'n redenen. Komend weekend vier ik nl. mijn verjaardag. En als we dan de kerstboom al neerzetten, dan vind ik het wel zo leuk als 'ie met m'n verjaardag staat; ik ben tenslotte onder de kerstboom gedoopt. Dus ja, dan komt het dit jaar wat beter uit om hem wat eerder te zetten. Het is toch een kunstboom, want ja, we doen het ook voor het milieu he?

We tuigen de boom gewoontegetrouw op met de oude vertrouwde spulletjes die we al hebben zolang als we getrouwd zijn: zilveren ballen en slingers en ouderwetse kaarslampjes. Want die geven een veel mooier sfeerlicht dan die lelijke sfeerloze made-in-china-minilampjes-meuk die het na een jaar al niet meer doen.
Dat uitpakken van de bekende versieringen, dat ‘oh ja!’gevoel van herkenning, dat maakt voor mij deel uit van de huiselijke sfeer van Kerst. Ik weet nog goed dat we al die kerstspullen gekregen hebben op de allereerste Sinterklaasavond en op mijn verjaardag, na ons trouwen: december 1992. Ik herinner het me als de dag van gisteren.

Volgens de traditie hoort het eigenlijk zo: de kerstboom komt in huis op 24 december. Op kerstavond wordt hij dan opgetuigd, door het hele gezin. Vervolgens blijft hij de hele kerstperiode staan, dus tot op de dag van Driekoningen (6 januari).
Ik heb nog het een en ander opgezocht over de oorsprong van de kerstboom-traditie. Misschien een bekend verhaal, maar ik vind het leuk om het toch nog eens te vermelden.

De oorsprong van de Kerstboom-traditie

Oudste wortel

De Kerstboom heeft zijn wortels heeft in hele oude tradities. In voorchristelijke tijden werd ten tijde van de Midwinterzonnewende een eik versierd met lichtjes en met vruchten.
Gewoonlijk wordt de aller vroegste oorsprong van de Kerstboomtraditie inderdaad geplaatst in de Germaanse traditie, waar het verlichten van bomen gebruikelijk was. Ook hadden de Germanen de gewoonte om in de joelperiode groene twijgen in huis te halen en lichtjes te laten branden.
Zeker is het, dat de eik in alle voorchristelijke tradities in Europa een belangrijke rol speelde. Na de kerstening werd getracht die boomvereringen uit te roeien, niet altijd met evenveel succes.
Zo kwam de heilige Bonifacius ergens in het begin van de 8ste eeuw aan in de stad Geismar nabij Kassel. Hij zag daar hoe een heilige eik vereerd werd met vuren en dierenoffers. Bonifacius was er zich van bewust dat dit soort gebruiken het ‘heidense’ geloof in stand hielden, en hij velde met veel bombarie de boom. De legende vertelt, dat de boom al bij de eerste bijlslagen omviel. Uit de boom werden vier balken gehouwen, die gebruikt werden voor de bouw van de plaatselijke christelijke kerk. Maar uit de stronk van de eik, zou vervolgens een spar zijn opgeschoten.

Geschiedenis
En natuurlijk is dat slechts legende, maar je kan in zekere zin toch stellen dat na het omhakken van de heidense eik, uit zijn wortels een spar verrezen is. De boomcultus is niet uitgeroeid, maar omgevormd.
Van een kerstboom zoals we die nu kennen, was echter eeuwenlang geen sprake. toch kunnen we vermoeden, dat de boomverering in stilte bleef sluimeren.
De eerste sporen van ‘onze’ kerstboom duiken op einde zestiende, begin zeventiende eeuw, toen in de Elzas sprake was van met appels en oubliën behangen pijnbomen, waar kinderen aan mochten komen schudden op Driekoningendag.
En in geschriften uit 1604 uit Straatsburg wordt voor het eerst gesproken over een dennen- of sparrenboom die in de Kersttijd in de huiskamer werd gehaald en versierd werd. Aanvankelijk bleef het gebruik tot de streek rond Straatsburg beperkt, om zich pas in de loop van de volgende eeuwen breder te verspreiden, eerst naar de protestantse streken van Duitsland, later ook in de katholieke delen.
Pas veel later waren de andere landen van Europa aan de beurt. In 1935 schrijft P. van den Berg nog in ‘Een goede buur’, dat er op dat ogenblik in heel Nederland geen kerstboom te vinden was. Dat is allicht overdreven, maar in de negentiende eeuw vond men de kerstboom in Nederland enkel in protestantse middens in de steden.

In België was de kerstboom tot rond 1870 een onbekend verschijnsel. Pas in die tijd ontstond de gewoonte dat de kasteelheer een boom versierde met lekkernijen, warme kleren en eventueel wat geld, en die boom dan liet ‘leegplukken’ door de arme kinderen uit de omgeving. De katholieke kerk had overigens aanvankelijk veel moeite met het gebruik. Toen de kerstboom in de negentiende eeuw ingang begon te vinden in Italië, waarschuwde de paus nog voor dat heidense gebruik.
De link tussen de kerstboom en de Germaanse boomverering blijft wat onzeker, omdat er geen bronnen zijn die het bestaan van iets als een kerstboom laten vermoeden tussen de middeleeuwen en de zeventiende eeuw.

Toch blijft het een mooie gedachte, dat die sparreboom in onze huiskamers een verre nakomeling is van de heilige eiken van de Germanen.
En om bij het begin terug te komen: een mooie verwijzing naar die waarschijnlijke Germaanse wortels is toch die traditie om de Kerstboom pas in huis te halen bij het begin van de ‘Joeltijd’, hem de hele periode van die 12 gewijden dagen en 13 gewijde nachten (‘Weihnachten’) te laten staan, en hem tenslotte op ‘Dertiendag’ weer af te breken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten